Omgaan met de ziekte van Alzheimer, enkele tips en aandachtspunten

Er zijn verschillende manieren en omgangsvormen bij de Ziekte van Alzheimer.
Er zijn een belangrijk aantal aspecten waarbij de zorgvrager met Alzheimer in zijn of haar waarden wordt gelaten. Hieronder volgen enkele tips voor de omgang met een zorgvrager met de Ziekte van Alzheimer.

Tip 1. Benader de zorgvrager met respect
Een zorgvrager met Alzheimer is een volwassen persoon. Ondanks dat de zorgvrager in toenemende mate aanvullende hulp nodig heeft is het belangrijk om hem of haar met respect te blijven behandelen.
De zorgvrager is geen kind en dient dus ook niet zo behandeld of benaderd te worden.

Tip 2. Zorg dat de zorgvrager voldoende actief blijft
Het is belangrijk dat de zorgvrager actief bezig blijft. Laat de zorgvrager daarom ook de dingen doen die hij of zij zelf nog kan, ook al duurt dit wat langer.

Houdt je bezig met de mogelijkheden die de zorgvrager heeft en zoek hierin naar een goede balans tussen dingen zelf laten doen en dingen uit handen nemen.

Tip 3. Pas zo nodig zaken aan
Soms kunnen dingen niet meer lopen zoals op de oude vertrouwde manier.
Zoek in deze situaties naar een andere manier of oplossing.

Vraag je dan wel af of het noodzakelijk is om bepaalde zaken nog uit te voeren.

Tip 4. Voorkom dat de zorgvrager in een isolement komt
Probeer de zorgvrager met Alzheimer zoveel mogelijk bij activiteiten te betrekken.

Mensen met Alzheimer zijn geneigd om zich snel terug te trekken omdat zij zich onzeker voelen.
Daarnaast is het ook belangrijk om geen contacten te ontnemen of mensen op afstand te houden.

Tip 5. Zorg voor voldoende ontspanning
Voor zorgvragers met Alzheimer is het belangrijk om geestelijke ontspanning te krijgen en om bezig te zijn.

Neem samen met de zorgvrager de tijd om iets te doen.
Aandachtspuntje: te lang bezig zijn met een bepaalde activiteit kan erg moeilijk en vermoeiend zijn voor de zorgvrager.
30 minuten achtereen bezig zijn kan al te lang zijn.

Zorg voor een goede afwisseling tussen rust en activiteit.

Tip 6. Let op de manier van communiceren
Een zorgvrager met Alzheimer kan moeite hebben met het begrijpen van informatie en met spreken.
Daarom is het belangrijk om langzaam te praten en korte zinnen te gebruiken.

Ook is het belangrijk dat je maar 1 vraag en 1 opmerking tegelijk in een zin maakt.
Een zorgvrager met Alzheimer  kan niet meer dan twee vragen tegelijk onthouden.

Probeer ook de taal zoveel mogelijk aan objecten te koppelen.
Benader de zorgvrager altijd van voren en besteedt veel aandacht aan het non-verbale gedrag.

Tip 7. Creëer geen test-situaties
Vragen als “weet u nog wie ik ben?” en “waar wonen uw kinderen?” kunnen een zorgvrager met Alzheimer erg onzeker maken.

Blijf niet doorvragen wanneer de persoon iets niet meer weet, hierdoor worden test-situaties vermeden en zal een zorgvrager met Alzheimer zich minder onzeker voelen.

Tip 8. Vermijd zo mogelijk zo veel mogelijk vreemde en nieuwe situaties
Mensen met Alzheimer zijn alles snel weer vergeten. Veel is steeds weer nieuw voor hem of haar. Ook is veel steeds opnieuw onbekend terwijl het voor de naasten bekend en vertrouwd is.

Vermijd daarom teveel drukte, teveel vreemde gezichten en te veel nieuwe situaties.

Tip 9. Biedt zo veel mogelijk structuur aan
Structuur bieden helpt bij de oriëntatie van het dagelijkse leven. Alles zou bij wijze van spreken een vaste plaats moeten hebben en herkenbaar moeten zijn.
Kamers en ruimtes kunnen herkenbaar worden gemaakt door bijvoorbeeld bepaalde symbolen.

Structuur kan worden geboden door bijvoorbeeld een vaste dagindeling aan te houden, de persoon zo min mogelijk in nieuwe situaties te laten komen, zo min mogelijk te wisselen met vreemde gezichten en geen veranderingen aan te brengen in de routine handelingen.

Tip 10. Help bij de oriëntatie
Om een zorgvrager met Alzheimer te helpen zo min mogelijk gedesoriënteerd te raken is het noodzakelijk er voor te zorgen dat iemand het overzicht houdt. Dat de zorgvrager een goede oriëntatie heeft. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van diverse geheugensteunen. Voorbeelden hiervan zijn een duidelijke, zichtbare kalender, een duidelijke klok en een duidelijke seizoenenkaart.